“Basisschool geen plek voor seksuele
oriëntatie en genderidentiteit”

Interview met orthopedagoog Hans Koppies voor De Andere Krant

“Basisschool geen plek voor seksuele oriëntatie en genderidentiteit” | Interview Hans Koppies

https://deanderekrant.nl/nieuws/basisschool-geen-plek-voor-seksuele-orintatie-en-genderidentiteit-2023-03-19

Seksuele vorming vanaf groep 1 is door de overheid verplichte kost op álle basisscholen. Tijdens de ‘week van de Lentekriebels’, die op 20 maart start, volgen veel basisscholen een lesprogramma van kenniscentrum Rutgers, waarbij gedurende een hele week elke dag seksuele vormingslessen worden gegeven. Is dit wel een taak die bij de overheid hoort? Waarom worden kinderen op zo’n jonge leeftijd geconfronteerd met seksualiteit? Wat brengt zo’n lesprogramma teweeg en zou het ook schade kunnen aanrichten?

Hierover ging de Andere Krant in gesprek met orthopedagoog en publicist Hans Koppies. Hij deed ervaring op bij diverse instellingen in de jeugdhulpverlening en het speciaal onderwijs, en schrijft nu over opgroeien en opvoeden, ouderschap en hulpverlening in artikelen en essays in dagbladen en tijdschriften. Hij is zeer kritisch over de gevolgen van het coronabeleid voor kinderen en jongeren.

Seksuele vorming van jonge kinderen, hoe kijk je daar vanuit je expertise op het gebied van de ontwikkeling van kinderen aan?

De vraag die zich aandient is of dit een taak voor de school is. Van oudsher wordt er op scholen seksuele voorlichting gegeven. Dit is een groot goed, met name in groep 7 en 8, ter voorbereiding op de levensfase die daarna komt, de puberteit. Maar, toen ik in de aankondiging van de week van de lentekriebels las dat ze vanaf groep 1 al beginnen met seksuele vorming, dan denk ik, hier slaan ze de plank flink mis. Op jonge leeftijd op deze manier daar aandacht aan te besteden en dat zelfs seksuele vorming noemen, dat is op zijn minst problematisch te noemen.

Waarom vind je dat problematisch?

Kinderen zijn daar op deze manier helemaal niet mee bezig. Ze zouden zich niet bezig moeten houden met seksuele oriëntatie en genderidentiteit, want dat zit ook in het lessenpakket. Wanneer je een onderwerp gaat aankaarten waar kinderen niet mee bezig zijn, kan dat ook schadelijke gevolgen hebben. Het kan ze in verwarring brengen. Waar het om gaat, is het seksualiseren van een kinderleven. De vraag is, wat is het doel hiervan? Er zijn geen aanwijzingen voor dat het nodig is om kinderen op deze manier al zo vroeg daarmee in aanraking te laten komen.

Als je kijkt naar hoe we hier in Nederland omgaan met thema’s die in deze lesprogramma’s zitten, dan doen we het heel goed. Neem bijvoorbeeld homoseksualiteit, alleen IJsland heeft een hogere tolerantie. Kinderen in Nederland beginnen steeds later met seks, dat heeft het sociaal cultureel Planbureau vorig jaar nog geconstateerd. De vraag is dan, voor welk probleem is dit een oplossing? 

De ontwikkeling van kinderen loopt langs diverse domeinen, de lichamelijke ontwikkeling, de cognitieve ontwikkeling, de sociaal-emotionele ontwikkeling en ook de seksuele ontwikkeling. Dat begint vanaf de geboorte. Maar, dat is dan niet gericht op seks, dat komt pas tegen de puberteit als onderwerp aan de orde. Een pedagoog heeft het daarom bij jonge kinderen ook liever over de sensuele ontwikkeling. Het is belangrijk dat kinderen hun eigen lichaam kennen, dat ze daar mee om weten te gaan, dat ze grenzen voor zichzelf en bij anderen aanvoelen. Deze ontwikkeling verloopt voor een groot deel vanzelf.

De belangrijkste taak van de school is om kinderen taal en rekenen te leren, en kennis mee te geven over de huidige stand van de wetenschap zodat kinderen goed toegerust zijn om later te kunnen deelnemen aan de samenleving.  Daar zijn onderhand taken bij gekomen, maar je mag je afvragen of seksuele vorming een taak is voor de school. Ouders maken zich wat mij betreft terecht zorgen als de school hiermee aan de slag gaat. Ik denk dat dit een taak is die bij ouders hoort, en die ouders ook goed afgaat. Bijvoorbeeld, uit een onderzoek van Movisie uit 2022 blijkt dat ouders in Nederland de seksuele opvoeding goed aankunnen en daarover relatief weinig advies vragen. Daarbij gaven de ouders aan dat ze op dit gebied weinig vertrouwen hebben in school.

Desondanks stelt de regering in een beleidsbrief in oktober 2022 dat het bewaken van seksuele gezondheid een taak van de overheid is, die onder andere via het onderwijs vorm moet krijgen. In dezelfde maand publiceerde Kenniscentrum Rutgers samen met 37 maatschappelijke organisaties in een manifest waarin ze stellen dat de seksuele vorming op scholen beter moet.

Is de ouders naar hun mening gevraagd? Naar aanleiding van je vraag heb ik de vakliteratuur er nog eens op nageslagen, en ik kom in heel weinig boeken de rol van de school tegen. In een boekje uit 1967 van de eerste hoogleraar psychiatrie in Nederland: ‘Seksuele opvoeding in de verschillende levensfasen van een kind’ – daar komt het woord school niet één keer in voor. Dit is prachtig geschreven, de ontwikkeling van het kind wordt doorgenomen, en voor ouders wordt beschreven wat belangrijk is om te weten in de verschillende fases van het kind. Hoe dan ook, hier is een omslag ingekomen. Er lijkt een soort agenda te zijn om op school expliciet veel aandacht aan seksualiteit te besteden. Ik merk in mijn omgeving dat ouders zich hier zorgen om maken, en daarbij weinig gehoor vinden bij school. Het lijkt me goed om hierover in gesprek te gaan , en te kijken of dit wel een taak is die bij de school thuishoort.

Er zijn zo veel verschillen tussen kinderen, qua ontwikkeling en interesses, als ouder zie je wat je kind nodig heeft. Is het wel gezond seksuele onderwerpen in klassikaal verband te bespreken, dus ook op momenten dat ze er niet aan toe zijn? Daarmee ontneem je kinderen ook een bepaalde onbevangenheid. 

Vanuit de ontwikkelingspsychologie zien we de basisschoolperiode als een vrij rustige periode in het leven van kinderen. Ze zijn niet bezig met seksuele oriëntatie. Waarom zou je daar dan klassikaal aandacht aan willen besteden? Elke kind heeft recht op zijn eigen ontwikkeling. Dat moet niet gestuurd worden door school.

Het is voldoende als de leerkracht goed is opgeleid, niet alleen in taal en rekenen, maar ook in de ontwikkelingspsychologie en seksuele ontwikkeling. Wanneer de leerkracht op de hoogte is van de normale ontwikkeling van het kind kan die daarop inspringen wanneer zich iets voordoet. Denk aan kussende kleuters of aan doktertje willen spelen. Dat moet een leerkracht in banen kunnen leiden. Het is maar zeer de vraag of het verstandig is om de hele klas daarbij te betrekken vanaf groep 1, met de onderwerpen die jij op tafel wil gooien als leerkracht, en met waarschijnlijk een agenda hierachter. Ik denk dat de primaire taak hiervoor bij de ouders ligt, en dat de school hier hooguit een ondersteunde functie in heeft, met name in groep 7 en 8.

Het blijkt dat leraren het niet altijd makkelijk vinden om over seksuele vorming te praten.

Dit is een teken aan de wand. Dat geeft aan dat het voor leerkrachten geen gemeengoed is om dit in de klas te bespreken. De kans is groot dat de leerkracht hiermee overvraagd wordt.

Het lesmateriaal benadrukt dat de docent moet zorgen voor een veilige situatie in de klas. Maar creëert het gedwongen bespreken van privé onderwerpen in groepsverband op zichzelf niet al een onveilige situatie?

Als je als docent onderwerpen gaat bespreken waar kinderen qua ontwikkeling helemaal niet aan toe zijn, dan is dat potentieel onveilig. Dan moet je hele goede reden hebben om dat te willen doen. In deze context, van kinderen op de basisschool, ontbreekt die reden.

In een gesprek met de directeur van de school van mijn dochter werd aangegeven, dit moet van de overheid.

Dat is dan toch bijzonder, want de school heeft een pedagogische taak, waaronder het bewaken van de belangen van leerlingen. Dus je alleen verschuilen achter een programma van de overheid, dat lijkt me in deze niet voldoende.

Je refereerde naar een mogelijke agenda. Wat denk je dat hierachter zit?

Naast dat ik orthopedagoog ben, verdiep ik me ook in biologie en evolutie, in verschillen tussen jongens en meisjes, en hoe zich dat evolutionair heeft ontwikkeld. Wat helder is: we hebben twee seksen, mannen en vrouwen. Dat heeft ons in de evolutie tot hier gebracht. Daarnaast is er gender. Dat is de wijze waarop rollen van mannen en vrouwen in de samenleving worden ingevuld. Dit is de sociale kant van sekse. Gender is geworteld in sekse, dat kun je niet los van elkaar zien. Er bestaan niet meer dan twee genders. Nu is er een beweging gaande, die probeert gender los te koppelen van sekse. De genderideologie wil ons doen geloven dat gender fluïde is, dat er heel veel soorten genders zijn. Door gender los te koppelen van de biologie ontstaat er heel veel verwarring. Dit is pseudowetenschap, er is geen wetenschappelijk bewijs voor meer dan twee genders. Toch speelt dit verhaal wel door in het hele programma dat nu op scholen wordt aangeboden.

Dus het programma is daarmee niet neutraal, maar enigszins ideologisch ingegeven?

Ja, die indruk krijg ik wel als je de lesvoorbeelden doorneemt. Het gaat sterk over inclusiviteit, en wat ze daarmee bedoelen. Bij een van de tips voor leerkrachten staat er bijvoorbeeld: “Gebruik inclusieve taal. Spreek bijvoorbeeld je klas aan met ‘beste allemaal’, in plaats van ‘jongens en meiden’. Daar kun je je vraagtekens bij zetten. Wat is de bedoeling hiervan? Waarom zou je dit genderneutraal te maken? De klas zit namelijk vol met jongens en meiden. In hoeverre is dit programma gebaseerd is op wetenschappelijke inzichten, dan wel ideologisch gedachtegoed? 

Draait het bij dit onderwerp om wetenschap of om waarden? Want zelfs als ze mij vertellen dat dit programma ‘wetenschappelijk bewezen’ goed is voor mijn kind, dan denk ik nog, als ouder, dit strookt niet met mijn waarden. Dit ga je niet met mijn kind bespreken.

Waar ik op doelde met wetenschap is: we weten hoe jongens en meisjes zich ontwikkelen. Een biologisch gegeven is dat 99.9% van homo sapiens tot een van beide seksen behoort: man of vrouw. Wat maakt dan dat je een andere kant kiest, waarbij je een verhaal vertelt op school dat haaks staat op wat de wetenschappelijke inzichten zijn. En daarnaast spelen inderdaad normen en waarden. Ouders worden hierin op een bepaalde manier buitenspel gezet, terwijl zij bij uitstek degenen zijn die over de ontwikkeling van hun kind waken, en normen en waarden meegeven. Dit uitbesteden aan de school, dat mag niet ongevraagd gebeuren. 

Wat zou je ouders aanraden om hier mee om te gaan?

Ik zou ouders willen aanraden hierover na te denken, en het gesprek aan te gaan met school, over de inhoud. Wat is de bedoeling van deze lessen? Wat is de achtergrond? Waar is het wetenschappelijk bewijs dat dit überhaupt noodzakelijk is? Je mag ook je grenzen aangeven als ouder. Dit is een onderdeel, dat hoort bij mijn opvoeding. Dat wens ik niet uit te besteden aan school.

Luister het hele interview op ons youtube kanaal: LINK

Website van Hans Koppies: https://pedagoogle.com/

LEES OOK

CONTACT

Elze van Hamelen
Sustainable solutions

info[@]vanhamelen.eu